Gesprekstherapie na trauma heeft effect op DNA
Dat een trauma tot een verandering in het DNA kan leiden, is al enige tijd bekend. Het goede nieuws is nu dat met gesprekstherapie deze veranderingen zijn terug te draaien. Dit blijkt uit onderzoek van patiënten met Post Traumatische Stress Stoornis (PTSS) bij de militaire GGZ en het UMC Utrecht.
(Bron foto: Defensie.nl)
Eerder onderzoek liet zien dat militairen met PTSS-klachten door een oorlogstrauma veranderingen in hun DNA krijgen. Nu blijkt dus dat gesprekstherapie die DNA verandering weer terug kan draaien. Psychiater en onderzoeker Marco Boks licht toe dat beide onderzoeken plaatsvonden bij militairen die na een oorlogstrauma PTSS ontwikkelden maar dat er geen reden is om aan te nemen dat dit niet voor andere trauma’s geldt.
Marco: “Gesprekstherapie heeft dus niet alleen positief effect op de psyche, maar ook een aanwijsbaar biologisch effect. Stress is dus echt iets dat ín je lichaam zit. De betrokken militairen voelden de gevolgen van hun traumatische ervaringen mentaal én fysiek. Psychotherapie veranderde niet alleen die ervaring, maar is dus ook meetbaar. De verschillen tussen het effect van gesprekstherapie en medicatie op de lichamelijke reactie op stress is niet zo groot als vaak wordt gedacht.”
Genen ‘aan’ of ‘uit’
Het gaat in deze onderzoeken om epigenetische veranderingen in het DNA. Epigenetica gaat over het effect van omgevingsfactoren op de genen. Een gen is een stukje DNA en elk gen beschrijft de code van een kenmerk. Dit bepaalt mede hoe je er uit ziet en hoe je lichaam werkt. Onder invloed van omgevingsfactoren kunnen genen als het ware ‘aan’ of ‘uit’ worden gezet. Zo verandert de functie van het gen, zonder dat zijn specifieke code verandert.
Marco: “Vergelijk het met het uitvoeren van een bekend muziekstuk door verschillende muzikanten: het stuk is hetzelfde, maar de muziek klinkt anders. Op dezelfde manier kunnen twee mensen genetisch identiek zijn, maar epigenetisch verschillend. Oorlogstrauma heeft een belangrijke invloed hierop omdat het bepaalde genen kan aanzetten of juist uitschakelen.”
Teruggedraaid
Nu is duidelijk geworden dat de negatieve effecten van trauma op het DNA ook weer voor een deel kunnen worden teruggedraaid. Dat blijkt uit onderzoek naar het effect van individuele gesprekstherapie bij militairen die na hun uitzending PTSS-klachten hebben ontwikkeld. Psychotherapie heeft dus directe biologische consequenties die te meten zijn.
“We gaan ook andere psychotherapie-onderzoeken hierbij betrekken, zoals therapie voor depressie,” verteld Christiaan Vinkers (Amsterdam UMC). Marco: “Ook onderzoeken we manieren waarop we deze epigenetische veranderingen kunnen gebruiken om behandelingen effectiever te maken. Wellicht zijn er voedingsmiddelen of medicijnen die kunnen helpen bij de epigenetische aanpassingen.”
Marco Boks (UMC Utrecht) deed dit onderzoek samen met Elbert Geuze (Militaire GGZ) en Christiaan Vinkers (Amsterdam UMC). Het onderzoek is deze week gepubliceerd in Molecular Psychiatry.